
Als zorgprofessional weet je dat vage doelen in hulpverleningsplannen leiden tot frustratie. Het goed formuleren van doelen in hulpverleningsplannen is cruciaal voor meetbare vooruitgang. Het is en blijft lastig om goede doelen te formuleren. In dit artikel deel ik de meest veelgemaakte fouten en leer je waar je op moet letten.
Om doelen begrijpelijk en geloofwaardig te maken voor iedereen, hanteren we twee regels:
- Hoofddoelen gaan altijd over 'kunnen':
We formuleren doelen nooit met 'willen'. Willen heeft te maken met motivatie en we gaan er vanuit dat er motivatie moet zijn om aan het doel te werken. We richten ons op de nieuwe vaardigheid: wat de cliënt kan (hoofddoel) of weet/kan (subdoel). - Hoofddoel vs. Subdoel:
Het hoofddoel beschrijft de nieuwe vaardigheid (wat iemand kan). Het subdoel beschrijft de kleine, meetbare opstap die daarvoor nodig is, of dit nu kennis (weten/begrijpen) of een mini-vaardigheid (kunnen) is.
⛰️ Van Hulpvraag naar Plan: De 3 Lagen
Stel het Hoofddoel is de bergtop die je wilt bereiken. En pas op, een hulpvraag is iets anders dan een hoofddoel. Stel iemand zegt dat die gelukkig wil worden. Dat is een te groot doel om aan te werken. Het is een hulpvraag. Wat zit de persoon dwars om gelukkig te worden? Die problemen kun je vervolgens vertalen naar hoofddoelen. De Subdoelen zijn de rustpunten onderweg. En de Acties zijn de stappen die je vandaag zet. Dit maakt het niet alleen duidelijk, maar ook minder overweldigend:
- Hoofddoel (Wat kan je nieuw?):
De grote, belangrijke vaardigheid (Focus op KAN). - Subdoel (Welke stap zet je eerst?):
De eerste stap om te leren (Focus op WEET/KAN en moet SMART zijn). - Actie (Wat ga je doen?):
De dagelijkse, duidelijke taak.
💡 De 5 Regels van SMART
De Subdoelen maak je SMART, specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
S - Specifiek: Maak het doel klein en duidelijk. Wat ga je precies doen?
❌ 'Ik ga beter slapen'.
✅ 'Ik ga een half uur eerder naar bed.')
M - Meetbaar: Je moet het kunnen tellen of zien.
❌ 'Ik ben minder boos'.
✅ 'Ik ga één keer per dag een ademhalingsoefening doen.'
A - Acceptabel: Is het doel belangrijk en logisch voor jou?
Past het bij wat je wilt bereiken?
R - Realistisch: Kan ik dit echt doen? Is het niet te moeilijk?
❌ 'Binnen een week ga ik stoppen met roken'.
✅ 'Ik rook deze week twee sigaretten minder dan vorige week.'
T - Tijdgebonden: Er moet een eindtijd zijn. Wanneer ga je beginnen en wanneer is het doel af? ❌(Niet: 'Ooit'.
✅ Binnen 4 weken' of 'Elke dag om 19:00 uur'.
Moeten hoofddoelen ook SMART? Dat mag, maar hoeft niet. Zie hoofddoelen als een stip aan de horizon of een bergtop, waar je naartoe werkt in kleine stappen.
Vage doelen leiden tot vage resultaten
Meerdere doelen in één doel proppen
Het is niet effectief om meerdere doelen in een doel zetten. Er is dan teveel om aan te werken en de kans is aanwezig dat het erg lang duurt voordat het doel geheel is behaald.
❌ Rayan (14) gaat beter met school omgaan, minder blowen en zijn agressieproblemen worden aangepakt.
✅ Rayan kan rustig blijven als hij boos is.
- Subdoel (SMART Stap): Rayan kan binnen 6 weken zijn 3 stoptekens (bv. snelle adem, vuisten ballen) herkennen voordat hij schreeuwt of slaat.
- Actie (Wat ga je vandaag doen?): Rayan turft dagelijks op zijn stopkaart de momenten dat hij de 3 stoptekens opmerkt.
Negatief formuleren
We willen vaak dat iets niet meer gebeurt. De valkuil is dat we in een doel vermelden waar we van af willen en wat we niet meer willen zien. Het nadeel hiervan is dat de cliënt dan telkens wordt geconfronteerd met het negatieve gedrag. 'En, is het je deze week gelukt om niet meer boos te zijn?' Het is de kunst om te denken in termen van de gewenste uitkomst
❌ Noa (11) krijgt geen woedeaanvallen meer als ze haar zin niet krijgt.
✅ Noa kan omgaan met teleurstellingen.
- Subdoel (SMART Stap): Noa kan de komende 8 weken bij teleurstelling drie rustige dingen (bv. naar buiten kijken, knuffel vragen) kiezen in plaats van huilen of schreeuwen.
- Actie (Wat ga je vandaag doen?): Noa gebruikt driemaal per week haar 'rust-doos' na een teleurstelling, en kiest daarna uit één van de drie rustige dingen.
.
De hulpverlener in het doel
Een plan is voor de cliënt. Het zijn hun doelen. Je maakt geen doelen voor jezelf als hulpverlener. Je mag uiteraard wel acties koppelen aan jou.
❌ Ouders voelen zich competenter doordat de hulpverlener opvoedondersteuning biedt.
✅ Ouders kunnen zelf rustig blijven als het moeilijk is.
- Subdoel (SMART Stap): Ouders weten binnen 4 weken minimaal drie situaties van oplopende ruzie waarbij zij hun eigen spanning voelden.
- Actie (Wat ga je vandaag doen?): Ouders vullen dagelijks de 'Spanningsmeter' in, waarbij ze hun eigen gespannen gevoel scoren (van 1 tot 10) en opschrijven wat ze voelen.
.
Het middel als doel
Een veelgemaakte fout is wanneer we een middel in het doel verwerken. Het middel is nodig om het doel te behalen en dat kun je beter in een subdoel of bij de acties vermelden.
❌ Vader volgt een agressieregulatietraining.
✅ Vader kan op tijd herkennen wanneer hij zich begint te ergeren
- Subdoel (SMART Stap): Vader weet na de tweede training drie 'uit-zinnen' die hij gebruikt om te kalmeren.
- Actie (Wat ga je vandaag doen?): Vader oefent twee keer per week in een lage-stresssituatie met het zeggen van de 'uit-zin' en het stoppen van het gesprek.
.
Doelen die te groot zijn
We willen allemaal doelen behalen. Daarom is het van belang dat een doel niet te groot is. Kun je geen tijd koppelen aan een hoofddoel? Dan is het doel waarschijnlijk te groot.
❌ Het gezin functioneert weer veilig en stabiel.
✅ Ouders kunnen duidelijke regels en verwachtingen geven.
- Subdoel (SMART Stap): Ouders kunnen binnen 6 weken vier duidelijke gezinsregels (bv. bedtijd, ontbijt) benoemen die ze elke dag op dezelfde manier toepassen.
- Actie (Wat ga je vandaag doen?): Ouders hangen elke avond de dagplanning voor morgen op en bespreken de drie belangrijkste regels met de kinderen.
.
Verandering bij kind eisen terwijl ouders de sleutel zijn
Dit is een van de allerbelangrijkste onderdelen bij het formuleren van een doel. Voor wie is het doel nou echt bestemd? Stel een ouder heeft er last van dat haar kind naar haar luistert. Ga je dan gelijk een doel formuleren waarbij de focus ligt op gehoorzaamheid? Probeer eerst de onderliggende oorzaak te vinden. Het zou kunnen dat het kind niet luistert, omdat het geen duidelijke grenzen of regels kent.
❌ Jayden (9) stopt met liegen en luisteren.
✅ Ouders kunnen duidelijke en gelijke regels geven aan Jayden.
- Subdoel (SMART Stap): Ouders weten binnen 4 weken de drie vaste gezinsregels voor Jayden foutloos en weten precies welke simpele straf (consequentie) volgt.
- Actie (Concreet): Ouders passen dagelijks de simpele straf toe (indien nodig) en schrijven op of ze de straf meteen hebben gegeven.
.
Gedrag eisen zonder onderliggende vaardigheid
Je werkt met een cliënt aan gedrag wat iemand nog niet kan. Probeer je doelen daarom altijd te koppelen aan gedrag of een ontwikkelingstaak die bij de leeftijd van de cliënt past.
❌ Mila (13) organiseert haar schoolwerk autonoom en succesvol.
✅ Mila kan zelf haar schoolwerk plannen en maken.
- Subdoel (SMART Stap): Mila kan binnen 1 maand met hulp twee belangrijke taken voor devolgende dag opschrijven.
- Actie (Concreet): Mila besteedt 3 keer per week, 15 minuten aan het maken van de planning voor de volgende dag en kiest de twee belangrijkste taken.
.
Vakjargon in doelen gebruiken
Het is het plan van het gezin, niet van de hulpverlener. Hier hoeven geen professionele termen vermeld te worden die de cliënt toch niet begrijpt. Pas op met moeilijke en vage termen als leeftijdadeqaat, emotieregulatie of het gebruik van leefgebieden zoals ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen).
❌ Ouders vergroten hun mentaliserend vermogen en reageren responsiever.
✅ Ouders kunnen rustig reageren op de gevoelens van hun kind.
- Subdoel (SMART Stap): Ouders weten binnen 3 maanden in een lastige situatie één gedachte te benoemen die hun kind waarschijnlijk heeft (wat denkt het kind?).
- Actie (Concreet): Ouders bespreken twee keer per week met de hulpverlener een ruzie en oefenen met het hardop zeggen wat ze denken dat hun kind voelt..
✅ Praktische Checklist: Drie Vragen bij Elk Doel
Gebruik deze checklist om te checken of je driedelige doelstelling duidelijk is:
- Is het Hoofddoel (Wat kan je nieuw?) duidelijk en motiverend?
Gaat het over 'kan'? - Is het Subdoel (Welke stap zet je eerst?) SMART?
Heeft het een Tijd en is het iets wat je kunt Tellen, Weten of een Kleine Stap? - Is de Actie (Wat ga je vandaag doen?) simpel en duidelijk?
Kan het direct worden uitgevoerd door de cliënt en begint het met de Naam/Rol?
Samengevat
- Een doel is positief geformuleerd
- Een doel is voor het kind of voor de ouder
- Een doel is realistisch
- Een doel is gericht op de juiste persoon
- Een doel is gekoppeld aan een vaardigheid of ontwikkelingstaak
- Een doel bevat taal in de woorden van de cliënt
- Middelen worden genoemd bij de acties
🚀 De Kwaliteit van Hulp begint bij het Duidelijke Doel
Herkenbaar? Dit zijn precies de valkuilen waar je team dagelijks tegenaan loopt bij het formuleren van doelen in hulpverleningsplannen. Tijd om de doelen te vertalen naar simpele taal, zodat iedereen weet wat er moet gebeuren.
Incompany Training 'Doelen Formuleren'
Ik heb meer dan 20 jaar ervaring in de zorg. Als trainer en opleider heb ik honderden plannen beoordeeld en voorzien van feedback. Ik bied een praktijkgerichte incompany training aan van één dagdeel, specifiek voor zorgprofessionals, waarin ik:
- De 3-lagen doelen-methode direct toepassen op eigen casuïstiek.
- Professionals leren om altijd in duidelijke taal te communiceren.
Wil je de trainingsmogelijkheden bespreken, of direct een offerte ontvangen voor de training 'Doelen Formuleren'? Neem contact op en maak je hulpverleningsplannen écht toegankelijk.











